SABBATH

God's Gift to Us

Sermon: Voorbereiding op groei: Intimiteit met Christus (Deel 2)

#260NL

Given 19-Oct-96

description: In dit tweede deel van de serie over intimiteit met Christus benadrukt John Ritenbaugh dat we behoorlijk wat tijd behoren te besteden om onze toekomstige bruidegom te leren kennen, evenals de apostel Paulus ernaar verlangde zich voor het huwelijk in elk opzicht naar Christus te voegen. Deze uitdaging wordt uitzonderlijk gecompliceerd, omdat Satan deze wereld opzettelijk zo ontworpen heeft dat onze kostbare tijd wordt verdaan, waarbij hij een kunstmatig gevoel van urgentie schept en een permanente staat van ontevredenheid, doordat hij iets neemt dat vroeger eenvoudig was en het nu uitzonderlijk gecompliceerd maakt. Volgens Herbert Armstrongs opdracht ons leven te vereenvoudigen, moeten we er hard aan werken om de tijd terug te winnen, het Koninkrijk van God te zoeken en ons naar Gods persoonlijkheid te schikken.


transcript:

Laten we beginnen met Hebreeën 12:12-15. Deze verzen kan ik gebruiken als het fundament voor deze preek en ze kunnen tevens als brug fungeren met de preek die ik vorige week heb gegeven. Vorige week sprak ik over mensen die hun behoud veronachtzaamden, en gebruikte ik het schriftgedeelte dat in Hebreeën 2:1-3 staat. We gaan nu verder met dat thema in de preek van vandaag. Maar in Hebreeën 12:12 staat:

Hebreeën 12:12-15 Heft dan de slappe handen op en strekt de knikkende knieën, 13 en maakt een recht spoor met uw voeten, opdat hetgeen kreupel is niet uit het lid gerake, doch veeleer geneze. 14 Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien. 15 Ziet daarbij toe, dat niemand verachtere van de genade Gods, dat er geen bittere wortel opschiete en verwarring stichte, en daardoor zeer velen zouden besmet worden.

Deze preek is dus een vervolg op de preek van vorige week, die op zijn beurt weer een vervolg was op de serie die ik tijdens het Loofhuttenfeest gaf. Ik begin dus eerst met een samenvatting van de hoofdpunten van de vorige preek, omdat ik geloof dat we het punt hebben bereikt dat ik tijdens het Loofhuttenfeest "Het uur der beslissing" noemde. Deze term ontleende ik aan Billy Graham. Ik denk dat we in het bestaan van deze kleine groep een punt hebben bereikt dat we ons dienen te vergewissen van de richting waarin we gaan, omdat ik wil dat iedereen van ons vooruitgang boekt in het opbouwen van zijn relatie met God.

Om de samenvatting te begrijpen over het wat en waarom van de dingen die in de kerk gebeurden, moet u beseffen dat ik het hierbij niet heb over de Church of the Great God, maar over het grotere geheel van de kerk van God, en heel specifiek de Worldwide Church of God gedurende de afgelopen 25 jaar of zo. Ook wij hebben daar deel aan gehad, bijgedragen aan die problemen, maar wij zagen met Gods hulp in wat daar verkeerd aan was en hebben ons bekeerd en zijn daarom gereinigd door Christus' bloed.

Dat was een goed begin. Als ik zeg een 'goed begin', bedoel ik de preken die ik tijdens het Loofhuttenfeest heb gegeven, toen ik een beroep op u deed, een sterk beroep, dat we het punt hebben bereikt dat we er ernstig over moeten gaan nadenken om ons geheel te bekeren. We moeten serieus in overweging nemen dat wij, niet Joseph Tkach, maar dat wij evenzeer deel uitmaakten van de problemen die zich voordeden als alle anderen. Het doet ons totaal geen goed als we met de beschuldigende vinger wijzen naar anderen omwille van wat zij hebben gedaan. Hiermee wil ik niet ontkennen wat zij hebben gedaan, maar we moeten ons bewust blijven dat wij deel uitmaakten van dat lichaam en evenzeer ons deel veroorzaakten van het probleem. Daarom is het ieders verantwoordelijkheid zich te bekeren. Wie de schoen past die trekke hem aan, ongeacht waar we binnen het lichaam denken te staan.

Dat is dus een goed begin voor verandering, of voor groei, of voor overwinnen, of hoe we het proces dat God met Zijn beeld in ons wil afsluiten, ook maar willen noemen. We hebben dus een geweldige basis voor overwinnen, omdat we nu de juiste houding hebben om op weg te gaan naar heiligheid. Het zojuist gelezen vers zegt: "... zonder welke niemand de Here zal zien". Er is dus een doel — heiligheid. Heiligheid is het resultaat, is de vrucht van de relatie met God, God kennen en Zijn manier toepassen in de praktische omstandigheden van ons leven. Dit is het proces waardoor Zijn wetten in ons hart worden geschreven. Ik zei in de preek van vorige week, dat ik dacht dat één van de hoofdredenen dat we niet zoveel groeiden als we zouden kunnen, is omdat we onszelf niet betrokken zien bij een grote zaak, zodoende verliezen we een groot deel van onze motivatie om te overwinnen.

Gemeente, het is het evangelie — het evangelie van het Koninkrijk van God — dat ons op de hoogte stelt van de grote zaak waarbij ons leven betrokken hoort te zijn. Daarom zegt Paulus wat hij in Romeinen 1:16 zegt. Ik wil dat u dat opslaat en dat vers in uw geheugen brandt, zodat u het begrijpt, duidelijk begrijpt! Paulus zegt daar:

Romeinen 1:16a Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud ...

Het is die kennis, dat begrip, die een hoofdrol speelt om in ons de wil voort te brengen voort te gaan, de drijfveer om te overwinnen, omdat we weten wat het doel in ons leven is. Dat goede nieuws zegt ons wat het doel van ons leven is, en brengt in ons een houding tot stand waaruit spreekt dat we bij een grote zaak zijn betrokken.

Romeinen 1:16 Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft.

Als we echt geloven wat dat evangelie — dat goede nieuws — ons vertelt, dan zal dat onze verbeelding vangen en ons visie geven. Er zal een snaar in ons inwendige sterk worden beroerd. We zullen in actie komen. Het zal tot ons zeggen: "Dit is de weg," en we zullen in beweging komen om die richting uit te gaan. Dat "goede nieuws" speelt dus een hoofdrol om ons aan te sporen met ons leven in de juiste richting te gaan. De details daarvan zijn ook in het evangelie te vinden. Het luisteren naar het evangelie houdt niet op met de initiële bekering, maar "het luisteren naar het evangelie" gaat door in de fase van het voeden van de kudde, omdat DIT het evangelie is. (Voor u die via de telefoon meeluistert, ik lichtte de bijbel op.)

Dit hele boek is het evangelie, niet alleen maar een klein deel ervan. Het hele boek bevat hier een stukje en daar een beetje — overal van Genesis tot Openbaring. Het is de verantwoordelijkheid van de dienaren om die kennis aan de mensen in de gemeenten te geven, zodat zij versterkt kunnen worden en niet alleen maar de algemene betekenis van de dingen begrijpen, maar ook de kleine details van hoe het in ons leven moet worden toegepast.

Gemeente, daaruit ontstaat "levend geloof" — het geloof om in ons leven de juiste keuzes te maken. Daarom voel ik me momenteel zo sterk gedrongen om dit met een grotere intensiteit aan de kerk te verkondigen, omdat mensen rondhangen, de weg kwijt zijn en hun tijd en energie besteden aan praktisch waardeloze, geestelijk technische details. Om te kunnen heroriënteren, om terug te kunnen komen tot onze eerste liefde, om terug te kunnen gaan tot het geloof dat eenmaal is overgeleverd, moeten we nu, op dit moment, de eerste stap zetten.

In de kerk van de eerste eeuw was dat ook nodig; dit kunnen we voornamelijk opmaken uit de algemene brieven — die van Jacobus tot en met Judas — zij vertellen een verhaal, niet in detail, maar ze geven ons een overzicht van wat er in de kerk gebeurde. De apostel Paulus waarschuwde de kerk, in Handelingen 20, dat er nadat hij weg zou zijn, grimmige wolven zouden binnenkomen en de kerk van binnenuit verscheuren. Wat we zien in de brieven van Jacobus tot en met die van Judas is dat die profetie uitkwam. Er kwamen grimmige wolven de kerk binnen en de apostel Johannes zei dat ze niet van ons waren.

Wat gebeurde er dan? De echte christenen, zoals Johannes, werden eruit gezet of moesten er zelf uitstappen om het geloof te kunnen behouden. Wat was Gods instructie aan de kerk die deze dingen had ervaren? Bijna iedere apostel — Jacobus, Petrus, Johannes en voornamelijk Judas — we moeten ook Paulus niet vergeten, omdat hij het ook heel wat keren zei, maar ze zeiden het allemaal op een ietwat verschillende manier. Meestal halen we Judas aan omdat hij zo duidelijk is. "U moet teruggaan naar het geloof dat eenmaal is overgeleverd." Johannes zegt het iets anders. Hij begint zijn eerste brief met de mensen te vertellen van wie zij datgene hoorden waartoe ze zich bekeerden. Ze hoorden het van hen die drieënhalf jaar omgang met Christus hadden gehad. In het boek Openbaring zegt hij dat de gemeente te Efeze haar eerste liefde verloor, en toen voegde hij er iets aan toe. Hij zei dat ze weer moesten doen wat ze eerst deden.

Elk van hen zei in feite hetzelfde. Paulus zei: "Volg mij, een apostel van God, zoals ik Christus volg." Het eerste wat we dus moeten doen, is teruggaan naar wat ons door God via de heer Armstrong werd overgeleverd — dat basispakket aan doctrines, aan onderwijs, aan hoop, aan beloften, aan visie, en alles wat door die man tot ons kwam, alles wat ons denken duidelijk maakte wat de grote hoop was.

Om nu echt bij de grote zaak betrokken te geraken, moeten we in staat zijn er de noodzaak van in te zien, zowel binnen onszelf als binnen de maatschappij. We moeten zover komen dat we met geheel ons wezen begrijpen en geloven dat het eraan komt, of we er nu klaar voor zijn of niet. Het komt er echt aan! Het ligt onweerstaanbaar op koers. Het Koninkrijk van God komt, of we er nu klaar voor zijn of niet; God heeft ons de gelegenheid gegeven klaar te zijn.

Zoals ik diverse keren zei in de serie over de souvereiniteit van God: Hecht geen geloof aan het idee dat God op de kerk wacht tot ze klaar is. Niemand houdt God tegen en als Hij een bepaalde tijd heeft gesteld dan gebeurt het precies op tijd en we zijn er klaar voor, of anders. Het mooie hieraan is dat Hij elke denkbare inspanning zal leveren om er zeker van te zijn dat we klaar zijn, en als we niet klaar zijn is het onze eigen schuld. De fout ligt geheel bij ons. Hij geeft ons elke denkbare gelegenheid. We moeten ook geloven dat het bereikbaar is.

Aan de ene kant is het zover buiten ons bereik dat we onszelf niet in staat zien het ooit te bereiken. Dat is nu juist waar het om gaat, als ik het op die manier mag zeggen; die factor is door God bedoeld om ons tot Hem te voeren — ons tot Hem te voeren om de kracht te krijgen die we nodig hebben en Hem in ons te laten werken. Onze Zaligmaker zegt: "Van Mijzelf kan Ik niets doen. De Vader die in Mij woont, die doet de werken." Zelfs Jezus Christus was een zwak menselijk wezen, toch kwam Hij over alsof Hij de beschikking had over ontzagwekkende krachten. De reden dat Hij over ontzagwekkende krachten beschikte, is omdat Hij zo dicht bij de Vader stond. De Vader voelde Zich vrij om door Hem te werken, omdat Hij wist dat Jezus Christus Hem de eer zou geven voor wat er was gedaan, en Hij deed dit dan ook inderdaad.

Om dat te kunnen doen moeten we Jezus Christus volgen in het zo dicht mogelijk bij de Vader te staan als ons maar mogelijk is, evenals Jezus Christus dat deed. Ons doel in deze zaak is dus gereed te zijn als Gods Koninkrijk komt. Dan kunnen we worden gebruikt om de sociale en culturele veranderingen tot stand te brengen die God voor Zijn schepping in gedachten heeft. We moeten Hem laten zien dat we te vertrouwen zijn door ons over te geven aan Zijn scheppende inspanningen ons te vormen naar wat Hij met ons voor heeft.

Mijn zorg in dit opzicht is dat we leven in een wereld die door Satan is geschapen en wordt aangestuurd, een wereld die ons probeert af te leiden, zodat we er onbewust toe worden geleid "dat grote behoud" te veronachtzamen. Ik weet wel dat iedereen die mij op dit moment hoort, niet van plan is dat grote behoud te veronachtzamen. Het is echter iets dat zo maar gebeurt, omdat we zo druk bezig zijn met de dingen van het leven dat de dingen van het geloof terzijde worden geschoven.

Ik weet niet hoe het met u staat, maar soms denk ik dat leven in deze wereld hetzelfde is als het zitten in een auto die niet in bedwang te houden over een grillig slingerende bergweg omlaag raast, en dat ik me meer zorgen maak over de rotsen aan de kant van de weg dan dat ik probeerde de auto te besturen. Wat denk u dat onze grootste zorg zou moeten zijn? Het besturen van de auto zodat hij de rotsen niet raakt. In dit beeld zijn wij de auto, maar het is niet zo dat de rotsen (alle problemen en gevaren) niet echt zijn. Ze zijn echt. Maar zei Jezus niet: "Wees niet bezorgd voor de dag van morgen" en dat als u eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid zoekt, dat al die dingen u zouden worden toegeworpen? Zeker, het is nogal moeilijk om wat Jezus zei te weerleggen. Wat Hij zei komt in feite neer op: "Heb geloof in Mij. Heb geloof in de Vader. Stuur uw auto (uw leven) in de richting van het Koninkrijk van God en u zult zien of Ik u niet kan weghouden van de rotsen." Weet u, in dat opzicht wil Hij graag dat wij Hem op de proef stellen en dat doen we door te leven in geloof, door te geloven wat Hij zegt.

Laten we nu Jesaja 55:1-3 opslaan. Bedenk dat dit op u en mij slaat. Daar staat:

Jesaja 55:1-3 O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. 2 Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. 3 Neigt uw oor en komt tot Mij; hoort, opdat uw ziel leve; Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare genadebewijzen van David.

Jesaja 55:6-7 Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. 7 De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen — en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.

Laten we ook nog de volgende verzen er in deze context bij nemen.

Jesaja 55:8-9 Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des HEREN. 9 Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.

Zowel voor u als voor mij is dit een aansporing Hem diepgaander te zoeken. Toen ik de preek voor het Loofhuttenfeest voorbereidde, wist ik dat ik niet precies kon vertellen wat er verkeerd ging en waarom, hoe we in deze ongelukkige situatie terechtkwamen. Berouw hebben is niet genoeg. Jezus maakte dat erg duidelijk in Lucas 11. Hij gaf een voorbeeld van het uitwerpen van een boze geest. Deze gaat uit op zoek naar dorre plaatsen en haalt er zeven van zijn maatjes bij en komt terug naar de plaats waar hij eruit was gegooid. Hij vindt deze leeg en schoongemaakt — voor die persoon is het slot erger dan het begin. Jezus bedoelde hiermee, kort gezegd, dat als "iets slechts" door berouw wordt weggedaan, er beter "iets goeds" voor in de plaats kan komen, want anders is het resultaat erger dan vóór het berouw.

Dat is nogal cru gezegd. Pal daarvoor in precies dezelfde paragraaf, zei Hij: "Hij die niet met Mij is, is tegen Mij." Dat vers is de inleiding tot het gedeelte over het uitwerpen van de boze geest. Hij zegt in feite: "Als u met Mij bent, kunt u niet neutraal zijn." Een andere manier van zeggen is dat je dan niet passief kunt zijn. Er moeten actieve stappen worden genomen om iets goeds te bereiken nadat berouw heeft plaatsgevonden. Dat is de samenvatting van het onderwijs dat Jezus hier in Lucas 11 gaf.

Ik gebruikte in die preek ook een illustratie. Het was in feite deel van de introductie op het volgende punt dat ik wilde brengen. Ik vertelde u over die foto's aan de wand van mijn kantoor. Eén genomen in Schotland en de ander van de Grand Canyon. Ik gebruikte ze als voorbeelden van onderwerpen met diepte. De Grand Canyon is zo'n 1600 meter diep en die foto geeft de indruk dat we op de bovenste rand staan en naar beneden kijken. Dat is een indrukwekkend gezicht. Die foto werd genomen door John Reid en u kunt in die foto iets zien van de — wat we zouden kunnen noemen — indrukwekkende stilte en diepte en afmetingen en grootsheid van de Grand Canyon met zijn eindeloze rotsformaties. Ik vertelde u dat ik daar kan zitten en lange tijd naar die foto kan kijken. Het maakt me nederig. Ik voel me in vergelijking zo nietig. Ik gebruikte dat als aanloop om ons te doen begrijpen dat God diepgaand is — en wij weten dat. We lazen in Jesaja 55:8-9:

Jesaja 55:8-9 Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des HEREN. 9 Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.

Zijn verstand is ontzagwekkend. Het is buiten ons menselijk bereik! Hier komt dan het probleem. God heeft de dingen in Zijn woord ontworpen zoals Hij ze in het Boek heeft doen vastleggen en in de manier waarin Hij Zijn programma uitvoert, opdat de ware God niet gemakkelijk kan worden gevonden. Ten eerste, we zouden Hem nooit vinden. Hij moet Zich aan ons openbaren. Zelfs als Hij Zich openbaart (volgens 1 Corinthiërs 2 via Zijn Geest) zegt Jezus, dat "niemand tot de Zoon kan komen, tenzij de geest van de Vader hem trekt." Dus we zouden God nooit vinden. Hij is een mysterie voor ons en daarom openbaart Hij Zich. Hij neemt het initiatief om de relatie te beginnen.

Maar dan lopen we een probleem tegen het lijf. Hij heeft de bijbel laten schrijven op zo'n manier dat het "hier een weinig, daar een weinig" is. Zodoende kost het ons inspanning om meer over Hem te gaan ontdekken om Hem werkelijk te leren kennen. We hebben informatie over Zijn natuur, informatie over Zijn weg, enzovoort — verspreid door de gehele bijbel. Er is informatie over de doctrines in Genesis. Maar ook in Leviticus. Een ander deel is te vinden in Deuteronomium of 1 Samuël. Weer een ander deel staat in het boek Openbaring. We moeten dus door zoveel mogelijk gedeelten van de schrift gaan om de stukjes die tezamen de doctrines vormen uit te graven en samen te voegen. Zo zit Gods weg, het evangelie, in elkaar.

Dat is nog niet alles, er is nog een derde probleem. Dat is het probleem dat het onderwerp is van deze serie preken. Zelfs al hebben we door mensen als de heer Armstrong begrip gekregen van de doctrines en zelfs al hebben we onderwijs van God via Zijn dienaren, er is toch een deel van de verantwoordelijkheid die op onszelf rust om zelf een en ander uit te zoeken. Dat vereist tijd en inspanning. Het vereist dat we heel wat diepgaand denkwerk verzetten. Hij geeft ons in Spreuken 2 dus een waarschuwing. Hij zegt: "Indien gij haar zoekt als zilver." Hij zegt ons dat Hij wil dat we Hem beter kennen dan alleen maar op een oppervlakkige manier en dat we zullen moeten spitten om dat te vinden.

Evenals we diep in de ingewanden van de aarde moeten graven om dingen te krijgen die we waardevol en kostbaar vinden, zo moeten we ook diep in Gods woord graven om dingen van grote waarde te vinden en Hem te leren kennen en te bewijzen dat we echt een relatie met Hem hebben. Bedenk dat Jezus het levende Woord van God is. De bijbel is het woord van God, dus Jezus Christus in druk. We leren Hem dus op drie manieren kennen. Als God Zich eenmaal heeft geopenbaard, gaan we beseffen dat de belangrijkste manier van onderwijs komt via Zijn dienaren, binnen de kerk. De tweede manier van onderwijs is de inspanning die we er zelf in steken. Zelfs voor de dienaar om zijn taak uit te voeren, zegt God ons dat Hij de dienaren gaven moet geven om hun taak te kunnen uitvoeren.

Tijdens de zomermaanden, zelfs nog voor ik echt begon te werken aan de preek voor het Loofhuttenfeest, ontving ik een boek. Het was in feite een cadeau van iemand die ik in het verleden heb gekend en die niet tot onze kerk behoort. Hij krijgt tapes van ons en de Forerunner. Hij behoort niet tot onze kerk. Hij heeft de Worldwide Church of God verlaten, maar hij behoort niet bij ons; ik respecteer deze man zeer zeker. Voor zover ik me herinner heb ik hem altijd gerespecteerd. Hij zond me een boekje, ik bedoel dat het echt klein was, ongeveer 12 cm hoog en zo'n halve cm dik; verder was het met een flinke regelafstand gedrukt. Met andere woorden er stond niet zoveel in. Maar ik las dat boekje en het maakte een heel grote indruk op mij. De reden hiervoor was dat ik wist dat ik me aan geen enkele regel hield die de schrijver van dat boekje gaf.

De titel van dat boekje is Intimacy With The Almighty. "Intimiteit met de Almachtige." Het is geschreven door Charles Swindoll. Niet precies de naam (lachje!) die mensen graag willen hebben, maar zo heet hij nu eenmaal. Ik had nog maar het eerste hoofdstuk gelezen en toen wist ik al dat ik op het Loofhuttenfeest hierover iets wilde geven. En toch heb ik dat niet gedaan. Ik bereidde een preek voor over dat onderwerp. Die krijgt u nu. Maar u kreeg die niet op het Loofhuttenfeest omdat wat ik voor het feest voorbereidde almaar langer werd. De twee preken die ik daar gaf, werden er vier. Maar u krijgt nu iets over dat boekje Intimacy With The Almighty. Ik wil u daaruit enkele principes geven waarvan ik weet dat ze uw relatie met God heel wat zullen verbeteren.

Laten we nu 2 Corinthiërs 11 opslaan en beginnen in vers 23.

2 Corinthiërs 11:23-28 Dienaren van Christus zijn zij? — ik spreek tegen mijn verstand in — ik nog meer: in moeiten veel vaker, in gevangenschap veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal. 24 Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig-min-één-slagen ontvangen, 25 driemaal ben ik met de roede gegeseld, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee; 26 telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders; 27 in moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap, in honger en dorst, tal van dagen zonder eten, in koude en naaktheid; 28 (en dan), afgezien van de dingen, die er verder nog zijn, mijn dagelijkse beslommering, de zorg voor al de gemeenten.

Ik zou verder kunnen lezen, maar ik denk dat dat niet nodig is. Ik wil echter wel verder lezen in 2 Corinthiërs 6:4-5, een iets andere context:

2 Corinthiërs 6:4-5 maar wij doen onszelf in alles kennen als dienaren Gods: in veel dulden, in verdrukkingen, in noden, in benauwdheden, 5 in slagen, in gevangenschappen, in oproeren, in moeiten, in nachten zonder slaap, in dagen zonder eten.

Hij gaat daarna verder om de tegenstellingen met die dingen te laten zien. Waarom deed Paulus deze dingen? Wat dreef hem? Waarom zou hij zo vaak zijn leven in de waagschaal stellen, naar het schijnt bijna dagelijks? Zijn leven scheen op het spel te staan en er is niemand van ons, ook ik niet, die ook maar bij benadering een honderdste deel doormaakte van waar hij doorheenging, naar het schijnt bijna als dagelijkse ervaring. Hij deed dat echt niet omdat hij naar geld verlangde. Gemeente, zijn vermogen om deze dingen te doorstaan en zichzelf aan te blijven sporen door te gaan kwam uit een veelheid van factoren voort. Het kwam niet uit slechts één ding voort — waarvan beslist niet de minste zijn kennis van een Persoon was. De zaak van die Persoonlijkheid werd zijn zaak.

Als wij in Gods woord gaan "spitten", komen we iets tegen dat van grote waarde is. Wat we tegenkomen, als we met de juiste houding zoeken, om de juiste redenen, is het fundament van een juiste relatie met God. Ik wil u nu iets laten zien dat de apostel Paulus in een andere brief schreef, in Filippenzen 3. Ik wil u hier laten zien wat deze apostel, die zoveel voortbracht in zijn leven, die zei dat hij werkte, harder werkte dan de andere apostelen, wat die apostel zei de brandende passie van zijn leven te zijn. Ik denk dat u verrast zult zijn. Terwijl we dit lezen, wil ik dat u eraan denkt wat hij als dienaar van Christus moest doorstaan en aan het feit dat hij harder werkte dan de anderen. We lezen dit eerst uit de NBG en daarna uit The Amplified Version. We lezen dus Filippenzen 3:10. Het ziet er vrij onschuldig uit als we het in de NBG lezen.

Filippenzen 3:10 (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende,

Alvorens dit nu uit de The Amplified Version te lezen, wil ik dat u even aandacht schenkt aan dat woord "kennen". Ieder van ons weet dat dat woord een zekere sexuele lading heeft. Het duidt op intimiteit ... "om intiem met Hem te zijn". Denk hierover na in termen van wie de kerk gaat trouwen. Twee mensen in een huwelijk zijn intiem met elkaar. We zitten nu in de verkeringstijd en we bereiden ons voor op de tijd dat we getrouwd zullen zijn met deze Persoon. Ik wil ook dat u hieraan denkt in samenhang met Filippenzen 2:12 waar staat "bewerk uw behoudenis met vreze en beven", en dat u begrijpt dat dat vers een achtergrond is van wat we hier zien. Hier zien we hoe we onze behoudenis bewerken met vreze en beven. Wat we hier verder uiteenzetten is de betekenis van een zaak en het deel uitmaken van een zaak.

Nu uit de The Amplified Version:

Filippenzen 3:10 (Vertaald naar de Amplified Version) Het is mijn vastomlijnd doel dat ik Hem mag kennen, dat ik stapje voor stapje steeds dieper en intiemer met Hem vertrouwd mag geraken, het wonderlijke van Zijn persoon beter en duidelijker te gaan beseffen en herkennen en begrijpen, en dat ik op dezelfde manier mag leren kennen de kracht die uitgaat van Zijn opstanding, de kracht die Hij uitoefent in gelovigen, en dat ik op die manier deel mag hebben aan Zijn lijden om zodoende voortdurend in de geest meer op Hem te gaan gelijken in Zijn dood.

Wat een krachtige specifieke doelvermelding! Als dat niet zegt wat die man voortdreef; wat hem voortdreef was het verlangen zijn Verlosser te leren kennen en op Hem te gaan gelijken! Hij wilde in ieder opzicht op Christus gaan lijken voordat hij met Hem in het huwelijk zou treden. Op zo'n manier behoort een verkering te verlopen, zodat als twee mensen uiteindelijk trouwen de meeste verschillen zijn weggewerkt en dat die twee mensen aan elkaar gelijkvormig zijn geworden. Het enige verschil met dit huwelijk is dat Christus reeds volmaakt is. Wij zijn degenen die moeten veranderen zodat we aan Hem gelijkvormig gaan worden. Jezus Christus trouwt iemand met Zijn eigen aard.

De verterende passie van Paulus' leven was dus in ieder opzicht precies op Christus te gaan gelijken. Misschien is de weg die het meeste indruk op ons maakt, dat verlangen om voortdurend veranderd te worden in geest, zelfs naar Zijn gelijkenis, naar Zijn dood, omdat mensen die gezamenlijk verdriet, pijn en lijden delen, op een manier worden samengevoegd als in goede tijden niet mogelijk is. U weet dat dat waar is. Rampen in een gemeenschap brengen de mensen bij elkaar als ze elkaars verdriet en pijn delen. Daarover spreekt Paulus hier. Het is hier alleen het verdriet vervolgd te worden. Het is het verdriet van de pijn samengaand met overwinnen. Het is het verdriet om dagelijks gekruisigd te worden en natuurlijk misschien uiteindelijk zelfs te worden gedood zoals Hij werd gedood.

Ik wil nu nog even enkele sleutelwoorden benadrukken die in de tekst van dit vers in de Amplified Version voorkomen:

  • vastomlijnd doel
  • dat ik mag kennen
  • stapje voor stapje steeds dieper en intiemer met Hem vertrouwd geraken
  • beseffen
  • (h)erkennen
  • begrijpen
  • voortdurend in de geest meer op Hem te gaan gelijken

Kan er iets belangrijker zijn voor een kind van God vlak na zijn bekering? Ik verzeker u, gemeente, dat dit heiliging zal teweegbrengen. Heiliging zal de vrucht zijn die door zulke mensen wordt voortgebracht.

Ik wil nu een vraag stellen die u wel eens erg in verlegenheid kan brengen, evenals dat met mij het geval was toen ik dat boekje las. Hoevelen van ons maken er de tijd voor vrij om dit diepgaand na te jagen in plaats van op te gaan in het hectische systeem dat Satan heeft ontworpen om ons voortdurend af te leiden en "zo'n groot behoud" te veronachtzamen? Ik heb het hier niet over het diep ingewijd zijn in theologisch technische punten of, hoe belangrijk dat ook mag zijn, diep vertrouwd te zijn met de organisatie en het reilen en zeilen van de kerk. Ik heb het ook niet over het pogen anderen zover te krijgen dat ze deel gaan uitmaken van onze groep. Ik heb het hier over het diepgaand vertrouwd zijn met een Persoon — Jezus Christus. Hij stierf voor ons. Hij is onze Vriend. Hij is onze Verlosser. Hij is onze Hogepriester. Hij is onze Heer. Wij zijn Zijn slaaf.

En toch, in ieder aspect van onze relatie staat daar een Persoon. We gaan niet trouwen met een of andere vage, niet nader aan te duiden vorm die ons op een of andere manier onze zonden vergaf. Denkt u ook niet dat als we hier op aarde met iemand willen trouwen, dat we tijd met hem of haar willen doorbrengen? Een vraag! Hoe denkt u in de meeste van de dingen die we voortdurend doen, Christus te leren kennen? Als wat we doen Zijn goedkeuring kan wegdragen, heeft het zeer zeker een positieve bijwerking in dit opzicht. Denk nu alstublieft niet dat ik zeg dat niets in dit leven belangrijk is, en dat we allemaal monniken moeten worden en ergens in een klooster moeten gaan leven. Daar heb ik het nu helemaal niet over.

In de vorige preek waarschuwde ik u, dat wat ik u zou gaan vertellen heel simpel is te zeggen, maar dat ik u waarschijnlijk de moeilijkste opgave in uw leven zou geven. Gemeente, ik daag u uit TIJD te vinden! Hoorde u wat ik zei? Satan heeft deze wereld opzettelijk zo ontworpen dat onze tijd wordt verspild en dat wij er plezier in hebben dat te doen. Graven naar zilver en goud is hard werken en het is iets dat we liever vermijden, tenzij we denken dat het echt de moeite waard zal zijn. Op dezelfde manier is graven naar de ware schatten van het leven in Gods woord ook hard werken. Alleen maar als we denken dat het de moeite waard is, dat de opbrengst zo groot zal zijn dat we ons ertoe zetten, alleen dan zullen we gemotiveerd zijn om het te doen.

Laten we eens zien wat David daar van zegt in een paar verzen van Psalm 42. Denkt u nu alstublieft niet dat ik me hier opstel als iemand die de oplossing voor alles heeft. De vorige keer zei ik u al dat ik in algemene termen zou spreken. Daar is een reden voor en wel dat niemand op dezelfde manier in elkaar zit. U moet aan uw eigen behoud werken. Ik moet aan het mijne werken. U moet in uw leven de tijd en de plaats vinden waar u dit kunt doen, tijd en energie wijden aan het punt waar het hier om gaat. Uw dagindeling, uw behoeften en uw verlangens zijn niet dezelfde als die van mij. Net als u moet ik de tijd zoeken en vinden om deze dingen te doen.

Psalm 42:2-3 Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht, zo smacht mijn ziel naar U, o God. 3 Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God; wanneer zal ik komen en voor Gods aangezicht verschijnen?

David beschrijft dit met een grote mate van levendige intensiteit, hij gebruikt het beeld van een dier dat in de woestijn uitkijkt naar water. Zo diep en intens was zijn verlangen om God te zoeken. Begrijpelijk dat God zegt dat David een man naar Zijn hart was. Dit betekende niet dat David perfect was. Hij had een geweldige houding! Die maakte indruk op God. Hij zag dat dit iemand was die zelfs ondanks dat hij koning was, tijd zocht, vond en vrijmaakte om God te zoeken. Hij had ook maar vierentwintig uur per dag. Ik weet niet hoe goed David daar altijd in slaagde, maar hij krijgt een nogal goed getuigenis in de Bijbel van Iemand die niet liegt. Hij moet er dus vrij goed in zijn geslaagd, zelfs ondanks dat hij koning van een land was.

Tussen twee haakjes, als we Psalm 42 geheel doorlezen zien we dat hij niet zocht naar het woord van God. Hij zocht naar de Persoon achter dat woord. "Mijn ziel dorst naar U, o God." Zo van tijd tot tijd moet ik iets aan de orde stellen om mijn weg in deze preek niet te verliezen en dat ook u de weg niet kwijtraakt om me te volgen. Dat iets is, dat we niet met een of andere intellectuele activiteit bezig zijn om enige intellectuele kennis te verwerven. Dat is niet het doel. Het doel is de Persoon te leren kennen.

Laten we weer naar Filippenzen 3 teruggaan, omdat ik wil dat we vers 10 in een iets bredere context gaan zien, daar Paulus iets aan de orde stelt in de daaraan voorafgaande verzen dat daarbij behulpzaam kan zijn. Dus terug naar Filippenzen 3:5. Ik lees dat uit de Amplified Version.

Filippenzen 3:5-8 (Vertaald naar de Amplified Version) Besneden toen ik acht dagen oud was, van het volk Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër en een zoon van Hebreeërs; voor wat betreft het onderhouden van de wet behoorde ik tot de partij der Farizeeën. 6 Voor wat betreft mijn ijver was ik een vervolger van de gemeente en volgens de standaards der gerechtigheid van de wet had ik bewezen vrij te zijn van enige smet; er kon bij mij geen enkele fout worden gevonden. 7 Maar wat ik vroeger ook mag hebben gehad dat mij ten voordeel was, ik ben dat allemaal gaan beschouwen als iets wat mij belemmerde Christus te leren kennen. 8 Verder beschouw ik alles als nadeel in vergelijking met het bezit van het onbetaalbare privilege, waarvan de waarde niet valt in te schatten, het alles te bovengaande werk, het uiterste voordeel Jezus Christus mijn Heer diepgaand te kennen, en op intieme wijze met Hem vertrouwd te zijn, Hem vollediger en duidelijker te erkennen en te begrijpen. Zodoende heb ik voor Zijn zaak alles opgegeven en beschouw ik dat allemaal als rommel, opdat ik de Gezalfde mocht verwerven.

Dit benadrukt voor mij nog meer wat de verterende passie van zijn leven was. Zijn passie was "God te kennen". Begrijpelijk dat Jezus zei dat eeuwig leven is God te kennen. Weet u waarom? Het is werkelijk heel eenvoudig. Zij die God kennen worden gelijk aan Hem. Ik bedoel dat zij die God werkelijk kennen aan Hem gelijk zullen worden. Zij zullen aan Zijn beeld gelijk worden en omdat ze aan Zijn beeld gelijk zijn, zullen ze in het Koninkrijk van God onsterfelijk zijn, omdat dat de mensen zijn die God daar wil hebben — zij die aan Hem gelijk zijn geworden.

Paulus zegt hier dus dat er niets is in deze ellendige wereld, ongeacht ons voorgeslacht, ongeacht de bekendheid die we genieten, ongeacht wat we in het bedrijfsleven bereiken of in de wetenschap, of we rechtvaardig zijn naar de wet — niets is zo belangrijk als het hebben van een familierelatie met onze broer Christus en Hem te kennen. U kunt hieruit opmaken dat Paulus in geen enkel opzicht passief was in zijn aandeel om die relatie te verbeteren en te verstevigen.

Misschien kom ik nu wel met een domme analogie, maar we zouden Paulus kunnen vergelijken met een vrouw die achter een man aanzit, waarop nogal vaak neerbuigend wordt neergekeken en waarover verachtelijk wordt gesproken. Maar dat is precies wat hij deed, want hij maakt deel uit van de bruid en hier zie je dus de bruid achter de man aanjagen -- hij wilde echt met Christus trouwen! Door dit najagen deed hij alles wat maar mogelijk was om te voldoen, en in het brengen van die inspanningen werd hij "net als Christus". Het was alsof hij zijn leven offerde. "Alles wat u wilt dat ik doe, zal ik doen, als u maar met me trouwt." Hij was beslist niet passief.

Wat kunnen wij dan doen? Het staat buiten twijfel dat voor de meesten van ons er een aantal beslissingen moet worden genomen om ons leven anders in te richten, als we ooit willen breken met de tyrannie van het moeten dat de wereld ons in alles wat we doen oplegt.

Weet u waarom de mensen rijden zoals ze rijden op de snelwegen, de doorgaande wegen en de lokale wegen? Waar u ook naar toe gaat, het maakt niet uit of dat nu Charlotte is, of Chicago, of Los Angeles, overal heeft iedereen grote haast. Ze hebben haast om één minuut eerder aan te komen op de plaats waarheen ze op weg zijn, dan dat ze zouden doen als ze zich aan de regels hielden. Zelfs op weg hierheen was de maximum snelheid op de Kennedy het grootste deel van de weg 55 mijl. Alleen de laatste vijf tot tien mijl was het 65 mijl. Toen we 55 mijl per uur reden, reed iedereen ons voorbij. Toen we 65 mijl per uur reden, ging iedereen ons nog voorbij. Iedereen is ermee besmet. Deze mensen die hiermee zijn besmet, zijn geen gemene misdadigers of zoiets. Het zijn gewoon uw naaste buren. Maar waar we ook kijken, iedereen zit gevangen in deze snelheidsmanie. Satan legt de wereld dit gevoel van haast op, het gevoel dat we daar moeten zijn, dat we dat moeten doen, wat het dan ook maar is.

Deze beslissingen zullen de nodige discipline vergen als we ze echt consequent willen uitvoeren. U zult degene moeten zijn die beslist wat er in uw leven moet gebeuren. We zullen ons er van tijd tot tijd aan moeten herinneren dat we niet alleen maar naar een kerk gaan en zekere doctrines geloven. We doen wat we doen, omdat we geloven dat we deel uitmaken van een grote zaak, en dat die zaak het kernpunt is van ons leven, en dat die zaak zal bepalen hoe we onze tijd in het leven zullen gaan besteden.

Een aantal preken terug vermeldde ik het belang van Mattheüs 6:33. Het kan ook in de vorige preek zijn geweest. Het ging erover dat Jezus de eerste prioriteit van het leven voor ons vaststelde. Dat is het belang ervan. "Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u worden toegeworpen." Dat is prioriteit nummer 1, niet uw baan, niet uw vrouw, niet uw man. Prioriteit nummer 1, de prioriteit die alle andere ten goede komt, is het zoeken van het Koninkrijk van God. Pas daarna kunt u de rest van uw tijd gaan inplannen. Salomo deed een interessante uitspraak en ik vind dat hij een interessant iemand was om die uitspraak te doen. Hij was de koning, het centrum van macht in zijn land, en u zou toch denken dat als er iemand in het land was die het druk had, hij dat was. We weten dat God hem heel wat wijsheid gaf. Hij was in staat omstandigheden en situaties aan te voelen en tot een oordeel te komen dat anderen mogelijk helemaal niet hadden kunnen doen. Maar in Prediker 7:29 zegt hij:

Prediker 7:29 Alleen, zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij zoeken vele bedenkselen.

Ik geef nu een aantal alternatieve vertalingen. De eerste komt uit de Revised English Bible. Deze zegt:

Prediker 7:29 (Vertaald naar de Revised English Bible) Dit is het enige dat ik heb kunnen ontdekken, dat God toen Hij de mens maakte, hem recht toe recht aan maakte, maar de mens maakt eindeloze subtiliteiten.

Denk eens aan onze wereld en hoe gecompliceerd die is. Denk eraan hoe druk die is. Denk eraan hoe veeleisend die is. Bent u bereid te zeggen dat minstens de helft van wat u in huis hebt eigenlijk niet nodig is? U zou best zonder kunnen en er totaal geen probleem mee hebben. Ik geef nu het vers dat ik het beste vind, dit komt uit Today's English Version:

Prediker 7:29 (Vertaald naar Today's English Version) God maakte ons simpel en eenvoudig, maar wij hebben onszelf erg gecompliceerd gemaakt.

Nogmaals: God maakte ons simpel en eenvoudig, maar wij hebben onszelf erg gecompliceerd gemaakt.

Satan vond in de mens een heel gewillig en toegewijd instrument om de maatschappij waarin we leven tot stand te brengen en deze wordt steeds ingewikkelder. Het is interessant dat die ingewikkeldheid nooit iets echt eenvoudiger maakt. Denk daar maar eens goed over na. In 1982 spoorde de heer Armstrong ons aan ons leven te vereenvoudigen. Er zijn nu veertien jaar voorbij, gemeente. Hoeveel voortgang hebt u hierin geboekt? Zulk soort dingen verdwijnen heel gemakkelijk uit ons denken. We vergeten het, we laten onze discipline wat losser worden. Maar gemeente, de tijd is bijna voorbij. Paulus zei in Romeinen 13, dat we de tijd moeten benutten omdat het einde dichter nabij is dan toen we begonnen te geloven. Er zijn alweer veertien jaar voorbijgegaan, alsof het een oogwenk is!

Dat kwam mij allemaal in de geest toen ik dat kleine boekje las en ik was stomverbaasd dat er al veertien jaar voorbij waren gegaan en heb ik mijn leven eenvoudiger gemaakt? Ik zal u eens wat vertellen: het is ingewikkelder dan ooit te voren. Alles in deze wereld, ik weet niet of u zich dat bewust bent, letterlijk alles in deze wereld is ontworpen om onze tijd te verdoen met wat in essentie zinloze inspanningen zijn. Deze dingen zijn in zichzelf niet verkeerd, maar hun werkelijke waarde voor het Koninkrijk van God is feitelijk nihil. Deze dingen doen is geen zonde, maar ze kunnen ons tot zonde brengen omdat ze ons van God wegvoeren.

Nu jongens en meisjes, beantwoordt deze vraag. Als jullie met iemand gaan trouwen, zouden jullie het dan op prijs stellen als die iemand geen tijd met je doorbracht? Zouden jullie willen trouwen met iemand die elk mogelijk excuus bedenkt om zijn tijd aan andere dingen te besteden of met andere mensen om te gaan? Jullie zouden je beledigd voelen, in het bijzonder als jullie die iemand hadden uitgenodigd tijd met jou door te brengen en die iemand besteedt geen aandacht aan je. Ziet u wat ik bedoel? Dit is niet iets dat we weloverwogen doen. Het gebeurt. Weet u waardoor dit gebeurt? Het antwoord is heel eenvoudig. We leven bij wat we zien. Ziet u, wij zien God, volgens Hebreeën 11 kennen we Hem die niet zichtbaar is, door geloof. Er staat daar over Mozes: "Als ziende de onzienlijke".

Ja, God maakte alles heel simpel en eenvoudig. Maar in zesduizend jaar hebben wij mensen de dingen echt ingewikkeld gemaakt. We leven niet langer op een boerderij om groenten te kweken, we zijn nu geabsorbeerd door computers, maken ons zorgen over gigabytes en megabytes en vragen ons af of er niet een of andere chip is die onze computer kan versnellen van 100 MHz tot 156 MHz of iets dergelijks, zodat we per dag enkele seconden extra kunnen besteden. Wij hebben zo'n gecompliceerde machine voor onze neus staan. Is het dan niet interessant dat God de Bijbel liet schrijven door boeren, schaapherders, priesters, profeten, die hun tijd doorbrachten met denken? Denk daar eens over na.

In Jacobus 4 [dit zijn de verzen die ik bedoel ... maar wegens tijdgebrek zal ik daar vandaag niet verder op ingaan] wordt over begeerte gesproken, begeerte als oorzaak van oorlog. Oorlog is inderdaad erg gecompliceerd. Ik wilde deze verzen gebruiken als uitgangspunt om te laten zien dat alles in deze wereld eropuit schijnt te zijn om te voorkomen dat we ons leven vereenvoudigen. We leven in een erg ingewikkeld systeem dat de mens tot stand heeft gebracht. God maakte het niet op die manier.

Eén van de hoofdbestanddelen van ons leven is reclame. Waar je ook maar kijkt zie je reclame, hoor je reclame. Je wordt er van alle kanten door aangevallen. Denk daar eens over na. Waarom maakt een zakenman reclame? Ik zal het recht voor zijn raap zeggen zodat we het allemaal kunnen begrijpen. Hij wil u en mij ontevreden maken, zodat we zijn product kopen. Ontevreden met wat we al hebben, omdat er nu dit veel betere product is, dat alles veel beter doet, sneller, goedkoper en wat ze je nog maar meer vertellen. Begrijpt u dat?

Hoeveel catalogi worden er niet elke week via direct mail thuis bezorgd? Kijkt u erin? Ik kijk er veel in, want we krijgen ze niet alleen thuis, maar we krijgen ze ook op kantoor — andere natuurlijk, want ze sturen normaal andere naar bedrijven dan naar huisadressen, omdat de zakenman een ander soort klant is. Ze proberen me dus ontevreden te maken met de computers die we hebben, ontevreden over andere machines, ontevreden met de manier waarop we werken, omdat zij zogenaamd een betere manier hebben om het te doen. Ik kan elke week zeeën van tijd verspillen aan het doorkijken van zulke catalogi, catalogi die erop uit zijn me ontevreden te maken en meer te willen hebben, alsmaar meer. Iedere zes of zeven minuten op de TV ... meer, meer, meer! U moet dit kopen, u moet dat kopen. Iedere keer dat je de brievenbus leeghaalt is er wel weer een direct mail om je ontevreden te maken. Op die manier ga je tijd verspillen, eerst met het doornemen van de catalogus of de direct mail, daarna met het naar de winkel gaan, het te kopen, het mee naar huis te nemen, het daar te gebruiken en daarna moet je het onderhouden totdat het het begeeft. Daar gaat onze tijd.

Ziet u, God maakte alles simpel en eenvoudig, maar wij maakten het ingewikkeld. In vergelijking was het leven op de boerderij tamelijk eenvoudig. U moest op God vertrouwen om op de juiste tijd regen te hebben, en dergelijke, maar desalniettemin was het vrij eenvoudig. We worden dus ontevreden. We kopen, nemen mee naar huis, we bewaren, we verzamelen, we besteden tijd aan onderhoud aan wat we hebben verzameld en als we moe worden van wat we hebben bijeenvergaard, besteden we tijd om het allemaal weer kwijt te raken via een rommelmarkt en we hopen dan er niet al te veel op te moeten toeleggen. En zo gaat het almaar door. In 2 Corinthiërs 11:3 is Paulus dus ernstig bezorgd dat die mensen bedrogen zouden worden en daardoor weggevoerd van de eenvoud die in Christus is.

Ik kan hier een meesterintrigant aan het werk zien in de gebeurtenissen binnen het grotere geheel van de kerk van God. Op een bepaalde manier hoop ik, gemeente, dat u niet te gedetailleerd volgt wat er zich allemaal binnen het grotere geheel van de kerk van God afspeelt. Weet u waarom? Omdat ik u kan garanderen dat als u daar teveel mee bezig bent, u in verwarring zult geraken door de complexiteit van alles. Er zijn honderden stemmen te horen, vroegere leden van de kerk van God en mensen die zich nu nog beschouwen als lid van de kerk van God.

Weet u wat ze allemaal roepen? Ze roepen: "Verander de doctrine over de tienden, verander de kalender, verander de Heilige Dagen, verander de doctrine over wedergeboorte, verander het evangelie, verander, verander, verander." Ze proberen ons, net als de wereld, ontevreden te maken met het geloof dat ons eenmaal is overgeleverd en ze zijn werktuigen van Satan geworden om u te doen denken dat er iets veranderd moet worden, behalve dat wat oorspronkelijk aan de heiligen werd gegeven. Weet u wat daardoor ontstaat? Verwarring! Misschien zelfs veel erger — het creëert in de mens een gevoel van geweldig wantrouwen — een verlies van geloof. Dat is niet het werk van God. Satan heeft momenteel een gouden tijd.

In de kerk zien we dus dezelfde principes aan het werk die ook in de wereld werken, mensen in beslag nemend, iets te lezen hebben of te studeren over een of andere doctrinaire verandering. Ik hoop dat u daarin niet betrokken geraakt. Persoonlijk heb ik mijn abonnement op Servant's News en In Transition opgezegd, omdat ik niet wil dat ze mijn leven nog gecompliceerder maken dan het al is. Ik geef de uitgevers van die periodieken het voordeel van de twijfel dat ze die periodieken uitgeven met de bedoeling de mensen te informeren over wat er in de kerk gaande is. Maar na een maand of zes begon ik in te zien dat de artikelen voor het grootste deel zeggen: "Wel, dit is de manier waarop ik het zie." Ik vind niet dat ik zulke artikelen nodig heb. Ik heb er geen behoefte aan dat dat mijn leven voller maakt. Ik weet al wat ik geloof. Ik weet waartoe ik me bekeerde en ik heb geen behoefte aan die andere dingen.

Er zijn overal mogelijke valkuilen. Toevallig moest ik onlangs aan de volgende denken. Herinnert u zich de tijd dat er evangelisten naar de kerk plachten te komen om meestal een en ander over Ambassador College te vertellen? Ze zeiden dat Ambassador College een hogedrukketel was. Dat is niet goed, gemeente. Dat is slecht! Ik wist dat niet totdat ik er zelf studeerde en ik begon te zien wat voor slechte invloed dat op mijn leven had, omdat ze ons door dezelfde mallemolen haalden als waar de studenten doorheen gingen.

Als ik het over "ons" heb, bedoel ik de plaatselijke dienaren die daarheen werden gestuurd. Dat jaar waren er zeven. Ze onderwierpen ons aan hetzelfde regiem als de studenten, daarnaast hadden wij een gezin en verantwoordelijkheden binnen de kerk — we moesten korte preken geven, leiding geven aan sprekersclubs en dergelijke, mensen bezoeken, mensen zalven. Ons programma was dus veel voller dan dat van de normale student. Ik kwam daar tot de volgende conclusie — dit deugt niet. Uiteindelijk kwam daar verandering in, het jaar na onze studie. Ook zij zagen in dat het niet goed was. Het was te veel — er werd geprobeerd teveel te bereiken in een te korte tijd.

Maar wat ik op het college waarnam was dat de studenten het heel druk hadden, ze werden onder druk gezet iets te bereiken, ze raakten uitgeput door te proberen een gezonde balans te houden tussen werkprogramma's, studie, ontspanning, fysieke rust en gezinsbehoeften als ze waren getrouwd. Dit gaf de studenten een verwrongen beeld van wat God met het leven voor had, want het was niets anders dan bezig zijn. En als je er uit probeerde te stappen, werd je door de leiding gestraft doordat ze je brandmerkten als iemand die zich niet wilde aanpassen en die dus niet kon worden vertrouwd. Zo'n student wilde misschien niets meer dan zich alleen maar concentreren op zijn studie en zijn baan waarmee hij zijn studie moest betalen, en hij wilde niet volledig opgeslokt worden door allerlei andere zaken. Dat was helemaal niet anti-sociaal, maar bestond alleen maar uit keuzes maken en de tijdsbesteding op een gezonde manier onder controle houden.

Ik kan op dit punt nog wel even doorgaan, omdat ik zo als gewoonlijk veel te veel voorbeelden heb die kunnen helpen te zien wat er moet gebeuren, misschien wel gebieden waarin we moeten veranderen. Misschien gebruik ik er wel enkele om tot een preek uit te werken omdat ik denk dat ze wel nuttig zijn.

Ik heb hier een artikel uit het meest recente Time magazine met als titel "Wanhopig zoeken naar Laurie". Het is erg interessant want Laurie is echt iemand van vlees en bloed, ze is een ongehuwde moeder, een ongehuwde, werkende moeder. Volgens dit artikel is deze groep mensen binnen de Verenigde Staten tot zo'n grote groep uitgegroeid dat ze het grootste blok zwevende kiezers in de Verenigde Staten zijn. De verkiezingscampagnes richten zich dus grotendeels op deze vrouwen. Dit artikel laat zien dat deze vrouwen een geweldig hectisch bestaan leiden. Als dit artikel het bij het juiste eind heeft, en dat geloof ik, dan hebben deze vrouwen amper de tijd om alles gedaan te krijgen. Hoe kun je een relatie met iemand hebben als alles wat je doet alleen maar bestaat uit werken, eten en slapen? Daar beperkt hun leven zich toe.

We hebben hier dus een moeilijke situatie. Maar het maakt deel uit van onze verantwoordelijkheid om ons eigen behoud te bewerken en beheersing van onze tijdsbesteding is daarbij van uitzonderlijk groot belang, omdat het past binnen het raamwerk van de eerste prioriteit die Jezus Christus aan Zijn mensen bekend maakte: "Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid". Hij belooft dat daarna alles wat we voor het leven nodig hebben aan ons zal worden gegeven.

Dat is een moeilijke opdracht, ik beschouw mezelf helemaal niet als een succesgeval. Ik weet dat Evelyn en ik de dingen waarin we betrokken zijn aan het evalueren zijn, we nemen ze zorgvuldiger onder de loep dan we ooit hebben gedaan. In zekere zin hebben we al een domme beslissing genomen. Eén van de beslissingen die we namen hielp mij op een geweldige manier, maar strafte haar. Zij moet dus voor onze beslissing betalen. Dat is niet eerlijk.

We moeten dus erg voorzichtig zijn als we met deze dingen bezig zijn, dat we niet de ene persoon ontlasten en die last op de ander leggen, zoals in dit geval gebeurde. We moeten hiervoor nog een oplossing vinden, maar dat zal beslist gebeuren. God zal een mogelijkheid beschikbaar stellen, omdat Hij in onze relatie met Hem weet hoe Hij Zijn mensen moet bevrijden. Hij zal beslist komen met een manier waarop dat kan worden gedaan.

We moeten dus erg voorzichtig zijn in onze evaluatie en u die bent getrouwd, moet er zich van vergewissen dat u elkaar raadpleegt in deze dingen, dat u het samen geheel doordenkt. Neem geen overhaaste beslissing zoals wij in zekere zin deden, voordat u iets grondig hebt doordacht.

Er is één klein principe dat ik leerde van Art Macarow (sommigen van u kennen die naam nog wel) — en dat principe is waar. Er is geen perfecte beslissing. Er is geen perfecte oplossing. Iedere oplossing brengt zijn eigen problemen met zich mee. Probeer dat goed te begrijpen.

Wij kwamen met een oplossing. Die was goed voor mij. Het probleem was, dat die slecht was voor Evelyn. Als u denkt een verstandige beslissing te nemen, zullen er beslist andere problemen ontstaan. Blijf eraan werken, want zelfs alhoewel ons behoud er niet geheel vanaf hangt, zal onze groei er toch in sterke mate van afhangen. Dat was het voor vandaag.